Hechtsterktemeting metselwerk
De hechtsterkte van metselwerk wordt volgens NEN EN 1052-5 Beproevingsmethoden voor metselwerk – bepaling van de hechtsterkte met de hefboom bepaald door het bepalen van de hechting door buiging. De breukweerstand van een metselwerkvoeg wordt afgeleid van de weerstand van kleine metselwerkproefelementen die tot breuk getest worden. Het lichaam van het proefelement wordt stevig bevestigd en er wordt een klem bevestigd op de bovenste steen. Een buigmoment wordt aangebracht op de klem door middel van een “hefboom” tot op het ogenblik dat de bovenste steen losgerukt wordt van de rest. De karakteristieke waarde, die berekend wordt van de maximale behaalde waarden door de verschillende testspecimen, wordt beschouwd als de hechtsterke van het metselwerk. Initieel betreft het hier een laboratoriumproef welke bij gebrek aan een andere beproevingsmethode ook in-situ wordt toegepast. De consequentie hiervan is dat de verkregen waardes niet als absolute waardes mogen worden beschouwd, maar geven wel een goede indicatie over de hechtsterkte van het metselwerk.