Soorten metselwerkschade
Er zijn verschillende soorten metselwerkschade. Elk met een eigen oorzaak en uitwerking. Wij leggen het u graag uit.
Scheuren in metselwerk
Bij metselwerk is scheurvorming een veel voorkomend schadebeeld. Bij scheurvorming in metselwerk moet per scheur worden beoordeeld of dit het gevolg is van thermische werking of een constructief gebrek. MAAT ingenieurs brengt in zo’n geval alle aanwezige scheuren in kaart en zal vervolgens per locatie een herstelprincipe aangeven. Bij constructieve gebreken zal aanvullend onderzoek in veel gevallen meer duidelijkheid moeten verschaffen om de constructieve veiligheid te kunnen herstellen.
Schilfering van gevelstenen (delaminatie)
Delaminatie van metselwerk kan het resultaat zijn van vorst in combinatie met eventuele zoutkristallisatie. De gevelstenen blijven een hoog vochtgehalte houden en in winterse periode kan bij vorst het vocht bevriezen in de steen. Het vocht wat bevriest in de steen zet uit en door de vorstgevoeligheid van het materiaal van de toegepaste gevelsteen delamineerd de buitenkant van de steen.
Vochtplekken en kleurverandering aan het oppervlak van de gevel
Het oppervlak van de gevel vertoont vochtige plekken of donkere plekken dan de omliggende geveldelen. Dergelijke vochtplekken kunnen veroorzaakt worden door regenwater, optrekkend vocht, lekkages, oppervlakte condensatie, hygroscopische zouten in de gevel e.d.
Loskomen van een dikkere buitenlaag van de gevelsteen
Afspringen van een dikkere buitenlaag van gevelstenen kunnen meerdere oorzaken hebben. Door vorst kan in combinatie van poreus materiaal, hoog vochtgehalte in de steen een dikkere laag loskomen. Tevens kan er ijzer in de constructie zitten die corrodeert. Het ijzer neemt in volume toe waardoor het omliggende losgedrukt wordt.
(Organische) vervuiling van de gevel
Door de poreuze eigenschap van metselwerk heeft (organische) vervuiling een eenvoudig oppervlak om te hechten. Gevels die vochtiger blijven, met name de noordgevel, zijn veelal “groener” dan de gevels aan de andere windrichtingen. Een andere vervuiling is stof en andere deeltjes uit de lucht c.q. omgeving welke als vuilafzetting resulteert op de gevel. Vuil kan eenvoudig hechten wanneer deze gevel niet door slagregen blootgesteld is.
Afzetting van kalkhoudende materialen (incrustatie) of zoutkristallen (uitbloei)
Afzetting na uitloging van kalkhoudende materialen in combinatie met veel vocht, bestaat voornamelijk uit calciet. Calciet heeft een dikke, glazige witte uitstraling. Water in de constructie lost de kalkhoudende verbindingen in de gevel op en transporteert ze vervolgens naar het oppervlak van de gevel.
Een vergelijkbaar principe kan er ook plaatsvinden met aanwezige zoutkristallen in de gevel. Hier worden dan de zoutkristallen in combinatie met vocht aan het drogingsfront aan het oppervlakte zichtbaar als witte zoutuitbloei.