Huiszwammen
Zwammen zijn houtaantastende schimmels. Indien hout, met name naald en loofhout, een minimale vochtpercentage van 50 heeft is er voor zwam aan de voorwaarde voldaan voor de aanwezigheid en de groei van zwammen. Daarnaast heeft temperatuur ook een belangrijke factor voor de groei van de zwam.
De zwam komt veelal in kruipruimtes voor, dit heeft te maken met omstandigheden in de kruipruimten, de kwalitatieve aarde van de constructie van de woning en werkzaamheden die reeds uitgevoerd zijn. Ook na het isoleren van kruipruimten of de onderzijde van begane grondvloeren kunnen problemen ontstaan met als gevolg het ontwikkelen van sporen van huiszwam.
Voor onderzoek naar de oorzaken van de aanwezigheid van zwammen wordt door MAAT ingenieurs allereerst de oorzaak van het aanwezig vocht(transport) onderzocht. Vervolgens stelt MAAT ingenieurs onderzoek naar de toegepaste bouwmaterialen, de aanwezigheid van, dan wel gebreken aan de ventilatie en of isolatie, maar ook naar de luchtvochtigheid en temperatuurverschillen.
Kelderzwammen
Zoals al eerder vermeld zijn naald- en loofhout een voedingsbodem voor zwammen, maar ook in muurwerk wordt zwamvorming waargenomen. In vloeren op begane grondniveau nestelen kelderzwammen waar wortels van planten als gevolg van groei door metselwerk een vertrek naar binnen treedt.
Houtaantasting kan ook een oorzaak hebben in de aanwezigheid van insecten zoals houtwormen, boktor en diverse kevers zoals de spinthoutkever. MAAT ingenieurs stelt na vaststelling van het type aantasting en type insect een advies op ter herstel of vervanging.